Op de valreep verschijnt er nog iemand. Een niet zo oude, maar heel dikke dronken Rus. De man dringt zich op, wil praten, grappen maken en naar de restauratie (die is dicht), maar ik versta hem niet en de commando negeert de man. Toch lukt het hem contact te maken door het tonen van kinderfoto's. De commando heeft zeker tien foto's van zijn tweejarig zoontje op zijn telefoon, niet één van zijn vrouw. De dronken Rus belt een vriend die Engels spreekt. Deze man legt mij uit dat de Rus magneetjes-met-familiefoto's maakt voor op de koelkast. Hij wil mijn mailadres 'voor zaken'. Ik vertel de vriend dat ik met pensioen ben en geen 'zaken' meer doe. De Rus verliest meteen alle belangstelling, klimt in het bed boven mij en begint te snurken. Gelukkig heeft hij verteld dat hij er na vier uur al weer uit moet. Ik probeer te slapen en dat lukt.
Plotseling word ik wakker. Er druipt vocht op mijn gezicht, de helft van mijn kussen is doorweekt. Eerst vrees ik het ergste, maar het stinkt gelukkig niet. Zijn waterfles dus. Ik schop tegen het bovenbed en begin te schelden, in het Engels. De man wordt wakker, nu stroomt de hele fles leeg. Ook de commando is wakker, hij grijnst en kijkt toe vanuit zijn bovenbed. De Rus put zich uit in verontschuldigingen, verdwijnt naar de provodnik en komt terug met een schoon setje beddengoed. Als ik wakker word omdat ik moet plassen is de man verdwenen.