Geen TGV ditmaal, maar de 'gewone'intercity. Een reis van 27 uur. Ik deel de coupé met een moeder en dochter tegenover mij en een moeder en zoon in het bed boven mij.
De Japanners kunnen er wat van, maar de Chinezen doen ook hun best wat service betreft. In het stalen hurktoilet in Chinese treinen doorsta je vele angsten. Het netje voor je mobieltje getuigt ervan dat ook de Chinezen soms hun evenwicht verliezen.
Eén van de resultaten van de explosieve economische ontwikkelingen in China zijn de Chinese hogesnelheidslijnen (CRH). Grote delen van dat separate spoorwegnet liggen ver boven de grond, de kruissnelheid is tegen de 300Km per uur. De treinen zijn stipt op tijd, verbazend stil, comfortabel en zeer gewild. Tegenkant van deze snelgroeiende economie is de enorme smogvorming, die met name in het zomerseizoen het leven in Oost, Zuid-Oost en Zuid-West China bijzonder onaangenaam kan maken. Hieronder het perron, vlak voor mijn vertrek uit NanJing. De treinstellen zijn meer dan 600 meter lang, de stations hebben soms meerdere verdiepingen, de perrons zijn meer dan een kilometer lang, er zijn wachthallen voor 1000 tot 2000 passagiers. Alles is groot, modern en schoon, niets doet in dit nieuwe netwerk denken aan de treinen waar An en ik in 1998 mee gereisd hebben.
Vanaf Kumamoto ga ik met wisselende dieseltreinen naar het zuiden, over de beroemde Hisatsu Line. De rode trein is de eerste. Het is een tocht terug in de tijd. Vier is het hoogste aantal passagiers dat ik meemaak. Op wuifsnelheid klimt en daalt de trein over enkelspoor puffend door de bergen, dwars door doodstille wouden en langs oevers van rivieren en beken. De bomen die met hun takken de tunnels vormen waar de trein doorheen rijdt zijn bovenin met elkaar vergroeid. Soms lijkt het bijna kunst, geconstrueerd, alsof je door een grote kijkdoos rijdt.
Van Nagasaki naar Shimabara een dieselboemel langs de kust van het schiereiland. Van Shimabara naar Kumamoto gaat de tocht met een vooroorlogse ferry over de Shimabara Wan, een spiegelgladde binnenzee. Bloedheet, geen wind en geen airco.
Het laatste traject is een soort unvollendete: telkens als ik denk dat we er zijn grijnst de Rus en roept 'Njet!'. De laatste tientallen kilometers rijden we langs de Golf van Amoer. Smerige smalle stranden, veel badgasten, hun auto's staan op het strand. Vladivostok zélf - nog maar ruim tien jaar open voor buitenlanders - is vol tegenstellingen. Een rotsige omgeving, slechte steile wegen. Maar ook nog steeds Ruslands grootste marinehaven en thuishaven van de Pacific-vloot. Aan de rand van de Amoer-baai staan overal superluxe hotels en appartementencomplexen in aanbouw ingeperst tussen de industriële oudbouw.
Het is beestenweer: regen, harde wind, 11 graden. Gevoelsmatig rij je naar het doucheputje van Rusland. Hier kruisen we bij Lesozavdosk de Oessoen, de laatste rivier voor Vladivostok, 350Km verderop. Een triestig, verlaten landschap, het lijkt zelfs ook door Poetin in de steek gelaten.
Zenja en zijn ouders stappen uit in Chabarovsk, ook de Amoer-Rus verdwijnt. Net als ik denk de laatste nacht de coupé voor me alleen te hebben, verschijnt een nieuwe Rus. Het is bloedheet, tegen de veertig graden. Hij heeft een ontblote behaarde borst met daarop getatoueerd O(1)BW+. Daaroverheen hangen twee dikke kettingen met elk een groot metalen kruis met namaakedelstenen. Ik had graag een foto van die torso gemaakt, maar ik durfde niet.
De man is vriendelijk, drinkt voortdurend zwarte thee. Als het raam niet verder open blijkt te kunnen, slaat hij zijn ogen ten hemel en roept met rollende R: 'Russia!' Wanneer zijn leeslampje het niet doet, klinkt de wanhopige kreet weer: 'Russia!' We lachen allebei, hij iets minder dan ik. Laat in avond verschijnen nog een militair en een wat hoerig geklede jonge vrouw. Ik slaap dan al bijna. Quatorze juillet: voor het eerst sinds 10 jaar zijn we niet in Le Mas. Om 12:30 uur blijkt dat ik niet om 7 maar om 4 uur ben opgestaan. Die verschillende tijden blijven verwarrend.
Besluit te lunchen in de resto, kijken of die dronken Russen er dan nog níet zijn. Bingo: ik ben alleen, maar niet lang. Op het moment dat ik dit opschrijf komt Viktor binnen, de gangmaker van de vier. Hij koopt acht blikken bier en verdwijnt weer. Hij grijnst naar me, dat wel. Ik grijns maar terug. |
BeeldBlog (sinds 2013)Wanneer ik onderweg ben, probeer ik regelmatig bijdragen te plaatsen in dit BeeldBlog, als het enigszins kan dagelijks. Garanties dat dat lukt zijn er niet, want ik ben van vóór het blogtijdperk... 😉. Categorieën
Alles
Archief
Augustus 2016
|
- HOME
- PLANNEN VOOR 2017
- PLANNEN VOOR 2018
- BEELDBLOG
- OVERZICHTSKAARTEN 2013
- OVERZICHTSKAARTEN 2015
-
REIZEN VÓÓR 2015
- 2014: Marokko
- 2008: Australië >
- 2000: Nova Scotia >
- 1998: Mongolië - China >
- 1996: Mexico >
- 1992: Verenigde Staten >
- 1991: NL - Polen >
- 1990: Canada - VS >
- 1987: Verenigde Staten >
- 1982: Tunesië - Algerije >
- 1980: Egypte >
- 1971: Kenya - Tanzania >
- 1967: NL - Spanje >
- 1966: NL - Zwitserland >
- 1965: NL - Frankrijk >
- VOORBEREIDING
- LINKS
- OVER MEZELF
- CONTACT
- ENGLISH
- COLOFON